2008      
2008      

Tekeningen en schilderijen 1996/1998

In een schaduwrijke ruimte toont een rimpelloos tot op de grond hangend tafellaken de strakke contouren van een tafel. Alleen het tafelblad is duidelijk waarneembaar door een helle lichtval die afkomstig lijkt te zijn van twee haaks ten opzichte van elkaar gesitueerde vensters. De twee kommen die op de hoek van de tafel staan werpen scherpe schaduwen op het witte tafeloppervlak. De verder lege ruimte roept een verstilde maar ook een vervreemdende sfeer op. De vage contouren van de twee vensters contrasteren met de scherpte van de tafelrand en de schaduwen van de objecten. Zijn het wel vensters? Ze bieden in elk geval geen zicht op de buitenwereld, maar werpen louter hun licht op de binnenruimte waarmee ze lijken te verworden tot projectieschermen.

In dit werk - 'Zonder Titel', 1999 - van Margo van Berkum (1952) ligt het wezen van haar kunst besloten. Haar tekeningen en schilderijen tonen taferelen of situaties die ons bekend voorkomen, maar waaraan tegelijkertijd iets ongrijpbaars en mysterieus is te bespeuren. De uitdaging voor haar ligt dus niet in het afbeelden van het herkenbare, maar eerder in het observeren van de realiteit en het op subtiele wijze weergeven van het ongewone of ongebruikelijke. Hiermee schept ze een heel eigen werkelijkheid en kan ze haar persoonlijke kijk op de wereld tentoonspreiden.

Bij de keuze van een beeld maakt zij gebruik van haar eigen observatie- en voorstellingsvermogen en van (delen van) foto’s uit kranten en tijdschriften. Ook maakt zij foto’s van op video opgenomen documentaires. Vooral in technisch opzicht niet helemaal perfecte afbeeldingen vormen een bron van inspiratie en dienen vaak als uitgangspunt voor een tekening of schilderij. Door een - soms onbedoelde - beweging van de gefotografeerde of de fotocamera ontstaat een onscherp beeld met moeilijk te definiëren contouren en vage kleurnuances, waardoor het geheel lijkt te resoneren. Wanneer Margo van Berkum deze onscherpte in haar werk weergeeft gaan het tekenachtige en het schilderkunstige als het ware samen. De voorstelling is opgebouwd uit een schakering van tinten die tegelijk het beloop van de lijnen bepaalt.

'De Trap' (1999) laat een detail zien van een figuur in pantalon en lange overjas, die schijnbaar gehaast een trap is afgedaald en met zijn rechterhand gebaart alsof hij wil zeggen “geen commentaar”. Door de beweging van de man en vooral door de zwaaiende hand is een intrigerend beeld ontstaan, waarbij veel aan de fantasie wordt overgelaten.

In 'Newton' uit 1997 vertaalt Margo van Berkum een andere technische onvolkomenheid, de zogenaamde Newtonringen. Deze ontstaan met name bij kleinbeelddia’s die, wanneer ze in het groot worden geprojecteerd, door de warmte van de projector kromtrekken. Hierdoor ontstaat een luchtbel in het diaraam die een spectrum aan kleuren en een tekening van concentrische ringen veroorzaakt. In het schilderij laat Van Berkum de beeldende overeenkomst zien met een rimpeling in het water, die bij nadere beschouwing niet kan zijn veroorzaakt door het roeibootje dat even verderop vaart.

Honderden tekeningen met een afmeting van 9,5 x 15 cm produceerde ze in de loop der jaren. Hoewel ze de basis vormen voor de recentere grotere tekeningen en schilderijen, zijn ze ontstaan als zelfstandige werken en niet als schetsen of voorstudies. Het hanteren van een klein formaat stelt haar in staat veel beelden te visualiseren en meer aandacht te schenken aan de manieren waarop ze haar intenties duidelijk kan maken.

In 1996 ontving zij een projectsubsidie van de Provincie Utrecht, waarmee ze in staat werd gesteld de mogelijkheden te onderzoeken om haar kleine werk te vertalen naar grotere tekeningen en schilderijen. Als autodidact had zij zich ontwikkeld tot een gedreven tekenaar van sfeerbepalende en vervreemdende beelden. Nu wilde zij deze eigen, kleine wereld uitvergroten, zonder daarbij de oorspronkelijke intenties te verloochenen. Teken- en schilderkunstige oplossingen moesten gevonden worden om eenzelfde lading te kunnen dekken. Ook nu maakte ze zichzelf de verschillende technieken eigen en experimenteerde ze met (kleur-)krijt, verfsoorten en pigmenten, en met het schilderen op voorgelijmd doek zonder grondlaag. De resultaten, waarvan een aantal hierboven beschreven, waren eind 1999 te zien bij Flatland Galerie te Utrecht.